|

P39 Twello – Deventer.

Vandaag hoop ik langs twee kunstijsbanen te komen. De tocht begint bij station Twello en voert me door de landerijen richting de IJssel. Onderweg maak ik een stop bij een kersenkwekerij, waar ik een kop koffie drink, vergezeld van – jawel – een kersentaartje. Het was geen restaurant, maar een klein winkeltje in een schuur, met enkele houten tafeltjes en stoelen. Ondanks de eenvoud was het er behoorlijk druk.

Aangekomen bij de IJssel, was de droogte van deze periode duidelijk zichtbaar. Het water stond bijzonder laag, en de schepen moesten goed opletten waar ze voeren, want de rivier was nu niet veel meer dan een smal slootje.

Na een tijdje over de IJsseldijk te hebben gelopen, kwam ik langs een jachthaven. Hier is de Roei- en Zeilvereniging Daventria gevestigd. Het interessante is dat de oudste ijsclub van Deventer ook Daventria heet, en werd opgericht in 1840. Pal tegenover de jachthaven, net achter de dijk, stond een trafohuisje vol graffiti. Marnix Koolhaas had me al getipt dat dit de overblijfselen waren van het IJsselstadion van Deventer. Bij de sloop moest dit gebouw blijven staan vanwege de energievoorziening in de omgeving. Nu is het terrein een bouwplaats waar nieuwe huizen verrijzen. Het IJsselstadion werd overigens vlak na de opening van de Jaap Edenbaan in 1962 in gebruik genomen.

Ik ben zelf nooit in het IJsselstadion geweest, maar het is wel bekend bij mij door de IJsselcup, een belangrijke wedstrijd aan het begin van het seizoen, vaak bepalend voor de plaatsing voor de NK’s. Bovendien is hier ooit een wereldrecord gereden door de Noor Fred Anton Maier op de 5 kilometer. Daarnaast werden er EK’s en WK’s georganiseerd, en wie kent niet het beroemde moment van Hilbert van der Duim en het vogelpoepje?

Ik vervolg mijn weg en kom in de prachtige binnenstad van Deventer, met zijn gezellige straatjes en diverse winkeltjes en restaurants. Na een heerlijke lunch in de Keizerskroon, zet ik mijn tocht voort richting Schalkhaar. Via Schalkhaarloop ik achter het ziekenhuis van Deventer langs en kom ik in de nieuwbouwwijk Colmschate terecht. Nadat ik het spoor ben overgestoken, kom ik aan bij ijsbaan de Scheg, de ‘tweede’ kunstijsbaan van de stad. Deze ijsbaan verving in 1992 het verouderde IJsselstadion. De ijsbaan is half overdekt, maar door middel van een tent is deze nu vrijwel volledig overdekt.

Ik herinner me deze ijsbaan nog goed van de pupillentoernooien, die altijd vroeg in de ochtend en in de kou plaatsvonden. Vaak was er op het midden van het terrein ruimte voor het kunstrijden van de senioren.

Na nog zo’n 300 meter te hebben gelopen, kom ik bij treinstation Colmschate, en daarmee komt deze wandeling tot een einde.

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *