|

P23 Lauwersoog – Leens

Het waait flink in Lauwersoog, en op het water dansen de schuimkopjes enthousiast in de wind. Gelukkig ben ik hier aangekomen dankzij een geweldige buschauffeur, die me uit de brand hielp toen mijn busabonnement kuren vertoonde. Vanuit de haven loop ik het Lauwersoogbos in, waar ik verschillende kronkelende bospaden volg. De route leidt me via een klein strand naar het militaire oefen- en schietterrein Marnewaard. Dit gebied is fascinerend: een uitgestrekt bos vol zandweggetjes en doorwaadbare plekken, waar militaire voertuigen manoeuvreren tijdens oefeningen. Aan het eind van deze zone ligt Marnehuizen, een compleet nep-dorp dat speciaal is gebouwd voor militaire trainingen.

Als ik het terrein achter me laat, leidt mijn pad naar een oude zeedijk. Hierna slingert de route verder door uitgestrekte weilanden, richting Vierhuizen. Hoewel ik de ijsbaan van Vierhuizen niet meteen zie, is het bijzonder om te lezen (in het rapport “Leefomgeving Vierhuizen” van Tjeerdsma, A, 2012) dat een groot deel van de inwoners betrokken is bij de gemeenschap: maar liefst 86% is lid van Verenigingsdorpsbelangen, en 82% van de ijsvereniging. Hoe geweldig is het dat zo’n verenigingsleven hier zo sterk leeft? Op een oude foto zie ik dat de ijsbaan zich vlak achter de kerk bevindt. De kerk staat open, en ik besluit even naar binnen te gaan. Misschien had ik de kerktoren moeten beklimmen om de baan goed te kunnen zien. Ik maak ook een korte stop bij het kerkhof, waar een bijzonder graf me opvalt. Het graf uit 1787 draagt een lange tekst over ‘de eerzame schaatser’. Klaas Jans, een moedige man met een breuk, waagde het toch om naar Gruno te schaatsen, op zoek naar een dokter. Tragisch genoeg is hij enkele dagen na die tocht overleden. (Graaf, de, E. “Eerzame schaatser”. GraafWerk, Hierbij de bron.)

Ik zal het maar niet onvermeld laten: er staat ook een charmante molen in het dorp. Na mijn korte uitstapje in Vierhuizen trek ik verder richting Ulrum. Daar neem ik even pauze bij een gezellig restaurant om wat energie op te doen. Fris en bijgetankt vervolg ik mijn route, die langs de kerk van Ulrum voert en naar Borgstee leidt. Hier ligt de natuurijsbaan van Ulrum. De baan is aangelegd op een soort kade en ligt verrassend diep ten opzichte van de weg. In gedachten zie ik het al voor me: deze ijsbaan moet in de winter een levendige en gezellige plek zijn.

Mijn laatste stop is Leens, de eindbestemming van deze etappe. Maar halverwege doemt er een merkwaardige heuvel op, waar ik overheen moet. Het blijkt een kwelderwal te zijn, later extra verhoogd tot een terp (of wierde). Dit was ooit het gehucht De Houw (afkomstig van het Oudfriese ‘howa’, dat hoeve betekent). Een oude boerderij met die naam trekt meteen mijn aandacht — ja, zulke historische details weten me altijd te fascineren.

Na het passeren van een opvallende villa genaamd Oosterhouw, in een eclectische stijl gebouwd, en een oude grenspaal, arriveer ik in Leens. En daarmee is deze tocht weer ten einde gekomen. Wat een prachtige, verrassende tocht vol geschiedenis en natuur was het!

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *