P03 Jaap Edenbaan – Olympisch stadion.
Vanmorgen vroeg stapte ik uit de trein bij het Science Park, klaar om aan een nieuwe etappe van mijn IJsbaanpad-avontuur te beginnen. Mijn eerste doel van de dag: de Jaap Edenbaan. Helaas spelen mijn blaren, die ik een week eerder had opgelopen, nog steeds op, dus besloot ik het rustig aan te doen. Na een snelle foto bij de ijsbaan ging ik op pad richting de Middenweg, waarbij ik door Park Frankendael liep. De ochtend was fris, en het park ontwaakte langzaam, gevuld met sporters die volop aan het trainen waren. Ik vond een bankje, plofte neer, en genoot van mijn meegebrachte kop koffie terwijl ik de levendigheid om me heen op me in liet werken.
Vanaf het park vervolgde ik mijn route langs het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (mijn geboorteplek!) en liep verder via de Stadhouderskade naar het altijd drukke Leidseplein. Hier moest ik wel even stilstaan bij een bijzondere herinnering. Eind 1987 speelde ik hier een legendarische ijshockeywedstrijd met HCA en een aantal Volendammers op de tijdelijke ijsbaan die op het plein stond. Dankzij Mark en de oude VHS-video van Bram kon ik die momenten herbeleven. Ijshockey spelen, omringd door cafés en zelfs trams die voorbijratelden, was werkelijk uniek. Vandaag stond ik precies op die plek en trakteerde mezelf op een heerlijke cappuccino, genietend van de herinneringen.
Mijn tocht ging verder naar het Museumplein, dat momenteel één grote bouwput is. Hier, tussen de modder, lag ooit de eerste ijsbaan van de Amsterdamse IJsclub. Later verhuisde deze naar het Olympisch Stadion bij het IJsbaanpad. Als je een oude video uit 1933 bekijkt, zie je hoe duizenden mensen daar destijds van het ijs genoten. Het is fascinerend om te zien, en het werd zelfs nog eens bevestigd door een informatiebord bij het plein. Ik liep langs het Concertgebouw en vervolgde mijn weg via de Lairessestraat, de buurt waar ik als peuter ben opgegroeid.
Op naar het Olympiaplein en vervolgens door naar de Vrije Universiteit (VU). Daar zag ik een groep studenten volleyballen. Toen de bal mijn kant op stuiterde, vroegen ze of ik hem even wilde gooien. Met mijn schouderblessure durfde ik dat niet aan, dus bracht ik de bal maar netjes terug. De VU, en in het bijzonder de faculteit Bewegingswetenschappen, kon ik natuurlijk niet overslaan. Hier werden baanbrekende onderzoeken naar schaatsen uitgevoerd, waaronder de ontwikkeling van de klapschaats. Ik droeg ook een heel, heel klein steentje bij, bij het onderzoek naar – in mijn geval – de meetschaats.
Na een kort moment van nostalgie verliet ik het VU-terrein en zette koers richting het Olympisch Stadion en het IJsbaanpad. Maar die route bewaar ik voor de volgende keer.
