|

P15 IJlst – Joure

Station IJlst ligt er rustig bij in het ochtendlicht. Midden op de rotonde voor het station prijkt een gigantische houten schaaf, waar de zon vriendelijk op neer schijnt. Gelukkig maar, want Piet Paulusma had regen voorspeld, maar vandaag lijkt het toch anders te lopen. Het weer zit mee, en de tocht naar Joure kan beginnen. It giet oan!

Na een korte wandeling bereikte ik het centrum van IJlst, waar ik meteen werd verwelkomd door een open brug. Typisch. Maar eenmaal de brug over, ontvouwde zich een charmant stadje met grachten, overtuinen—de smalle stroken groen die als tuinen aan de overkant van de straat liggen—en mooie panden. Boven de grachtenpanden torende een oude fabrieksschoorsteen met het trotse opschrift: Nooitgedagt. In 1865 begon Jan Jarigs Nooitgedagt hier met het maken van schaatsen en schaven, eerst gewoon op de zolder van zijn huis. Niet gek dus dat IJlst bekendstaat als houtstad, en ineens begreep ik het beter: die enorme houten schaaf bij het station is een eerbetoon aan dit ambachtelijke verleden.

Zelf heb ik ooit ook op Nooitgedagt-schaatsen gereden. Ze zaten heerlijk ruim, wat perfect was voor mijn brede voeten. Terwijl ik daarover nadacht, vroeg ik me af of Ronnie Nooitgedagt, oud-lid van de schaatskernploeg en mijn trainer bij het schoolschaatsen, misschien familie is van die beroemde houtbewerkers. Een mooi stukje geschiedenis, zomaar uit het stadje omhoog rijzend.

Verder langs de grachten van IJlst, nam ik een afslag naar de natuurijsbaan. Maar niet voordat ik, hoe kan het ook anders, even had gewacht bij een open brug. Rechts van de ijsbaan ontdekte ik onverwachts een fierljepbaan, compleet met schansen. Een groep jongens was druk aan het oefenen. Zo Fries als het maar kan, dacht ik. Fierljeppen, oftewel “ver springen” met een polsstok, wordt hier nog volop beoefend, en de baan ligt pal naast de ijsbaan, precies waar de Elfstedenwandeltocht ook langskomt. Het Friese woord fier betekent ‘ver’, en ljeppen lijkt wel wat op het Engelse to leap. Het Fries doet het goed naast moderne straattaal!

Na de ijsbaan bezocht ik de houtzaagmolen van IJlst, “de Rat” genaamd. Vlak ervoor staat een kunstwerk, onderdeel van de 11Fountains-reeks, verspreid over Friesland. Of ik het mooi vond? Dat weet ik niet, maar grappig was het wel. De molen zelf is iconisch: wanneer schaatsers tijdens de Elfstedentocht IJlst binnenkomen, zien ze deze indrukwekkende molen links van zich. Echt niet te missen. Even verderop ligt het Houtmuseum, waar je nog altijd stukken van de Nooitgedagt-collectie kunt bewonderen.

Langs het water van de Geeuw vervolgde ik mijn route richting Sneek. Toen ik de oude Watertoren passeerde, zag ik in de verte de beroemde Waterpoort opdoemen. Hier schaatsen de Elfstedentochtdeelnemers vanuit de stadsgracht, om vervolgens hun weg te vervolgen langs de Geeuw. Via het centrum maakte ik een korte omweg naar de natuurijsbaan van Sneek. Bij de brug over de Zwette stond het beeld van Elfstedenschaatster Aukje. Dit is één van de elf beelden die kunstenaar Evert van Hemert maakte als eerbetoon aan de vrouwelijke deelneemsters van de Tocht der Tochten. Een mooi symbool voor de kracht van Friese vrouwen, zo prominent langs de route.

De ijsbaan van Sneek, “ijsbaan Dicky v.d. Werff,” is vernoemd naar een man die zich jarenlang inzette voor de stad en zelfs een flinke erfenis naliet voor diverse goede doelen, waaronder de ijsbaan. Zo kan deze legendarische plek blijven bestaan en worden opgeknapt wanneer nodig. Na mijn bezoek aan Sneek stond een lange, rechte en behoorlijk saaie weg op het programma: de Tramwei richting Joure. De naam vond ik treffend; het deed me denken aan de oude trams die hier ooit door het Friese landschap reden. Overigens betekent wei ‘weg’ in het Fries. Zo leer je nog eens wat.

In Joure viel mijn oog al snel op de paardenrenbaan, die in de winter verandert in een natuurijsbaan. Aan de noordkant staat een klein toegangshuisje met de naam van de ijsclub: Vlecke Joure. De vereniging, opgericht in 1858, had zelfs bij het 40-jarig bestaan een kunstijsbaan van 160 meter bij de katholieke kerk. Dit stukje historie moet natuurlijk mee in mijn kunstijsbanentocht, dat is een feit. Via het centrum liep ik langs de kerk en zette mijn laatste stappen naar het busstation. De tocht naar de volgende schaatstempel stond alweer in de planning.

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *