P11 Boxmeer – Geleen.
Vandaag was het geen kwestie van ‘jasje aan, jasje uit’, maar vooral dik ingepakt op pad. Het was flink koud, maar gelukkig droog! Vanuit Boxmeer vertrok ik zuidwaarts, grotendeels via lange, rechte wegen – niet het meest spannende landschap, maar prima om flink door te trappen.
Onderweg herinnerde ik me dat Piet altijd een vlaai kreeg na wedstrijden in Geleen. Dat bracht me op het idee om ergens te stoppen voor koffie en een stukje Limburgse vlaai. Helaas was er in de eerste kilometers geen restaurant te bekennen. Eindelijk vond ik er een, maar het had wel een opmerkelijke naam: Feyenoord. Tja, wat nu? Limburgs of niet, dat voelde toch een beetje vreemd. Ik heb me opgeofferd, maar besloot wel buiten te gaan zitten – een subtiele daad van zelfbehoud, zullen we maar zeggen.
Terwijl ik verder fietste, viel me een donkere wolk op die telkens boven me leek te blijven hangen. Het voelde alsof ik een privéwolk had die me achtervolgde. Bij Echt checkte ik de buienradar. De app verzekerde me dat er geen regen zou komen, maar in Echt begon het echt te druppelen. Niet veel, maar net genoeg om de ironie van de situatie in te zien: zelfs technologie maakt fouten!
Na een korte stop bij een charmant kapelletje, waar ik niet eens een kaars hoefde aan te steken, brak de zon plotseling door. Een onverwachte traktatie, en het maakte het laatste stuk naar Geleen een stuk aangenamer.
Bij de ijsbaan aangekomen, zag ik dat er volop bouwactiviteiten aan de gang waren. Ik probeerde nog een blik van dichtbij te werpen, maar een vriendelijke Limburger maakte me in gebarentaal duidelijk dat het niet mogelijk was – waarschijnlijk omdat mijn Limburgs te wensen overlaat. Gelukkig kon ik via het park aan de achterkant toch een goed uitzicht krijgen op zowel de ijsbaan als de wielerbaan.
IJsbaannummer 11 kan ik afstrepen! Vol goede moed ga ik op weg naar Eindhoven.
