Etappe 12 Metkelfingen – Rorschachenberg.
Vanmorgen stond ik op en alles voelde aan als een blok beton. Geen beweging te krijgen in die oude spieren. Nou ja, misschien helpt koffie met een goed ontbijt! Zo gezegd, zo gedaan. Daarna alles ingepakt en op de fiets gezet. Mijn spieren nog eens streng toegesproken: ja, ik weet het, het regent, het is koud, en we moeten weer…
Gelukkig, na wat protest, begon het spierwerk na verloop van tijd weer soepel te draaien. Het plan was om vandaag voornamelijk langs de meren te fietsen, dus geen gekke klimmetjes of afdalingen. Mijn benen hadden wat geluk!
Het eerste stuk ging langs de Untersee, die voortdurend aan mijn rechterkant bleef liggen. Langzaam reed ik Konstanz binnen, maar helaas begon het steeds harder te regenen. Toen ik bij de brug in het centrum van Konstanz aankwam (ja, daar was de Rijn weer!), veranderde de regen in een echte wolkbreuk. Het leek wel of de Rijn spontaan verticaal was gaan stromen! Dit keer ben ik toch maar even onder een afdakje gaan staan om het ergste af te wachten.
Toen de regen weer wat overging in een lichte druppelregen, ging ik verder de stad in. De grens met Zwitserland was zo gepasseerd, zonder enige controle of ceremonie. Het afdak werd ondertussen door andere fietsers ingenomen om te schuilen.
Daarna volgde de route langs de Bodensee, of het Meer van Konstanz, met het meer nu aan mijn linkerzijde. In principe waren er prachtige uitzichten, maar dat moet ik helaas voor de volgende keer bewaren – het weer werkte echt niet mee. In Romanshorn fietste ik nog door een schilderachtig straatje met mooie oude huizen en een klein kasteeltje. Een leuke afwisseling in dit trieste, natte weer. Ik stel me voor dat het hier prachtig fietsen is als de zon schijnt.
Ik beëindigde mijn relatief korte rit in Rorschachenberg. Het laatste stuk ging nog langs een tandradbaan, wat betekende dat ik toch nog een stevige klim kreeg voorgeschoteld. En je gelooft het niet, maar precies op dat moment begon de zon te schijnen!
