|

Etappe 11 Adlingen – Merkelfingen.

Vanmorgen liep ik gelijk in een val. De spoorwegovergang was volledig afgezet. Een donkere tunnel onder het spoor door met alleen een steile trap was geen optie! Dan maar een stukje terug en via een drukke autoweg. Volgens de borden mocht het, maar met zwaar verkeer dat langs je denderde, was het niet echt prettig.

Deze autoweg heb ik slingerend door de landerijen min of meer gevolgd. Bij Tuttlingen ging ik langs de geplande camping! Alleen een stuk gras met een toiletgebouw. Had gekund…

Hierna ging het nog verder omhoog! Pff, je krijgt er klapkuiten van! Een Duitse wielrenner kwam naast me fietsen. Na een gezellig praatje vroeg hij of ik mijn huis had meegenomen. Toen hij weer weg was, begon ik toch te overwegen wat ik de volgende keer nog meer zou kunnen achterlaten! Misschien de fiets eens wegen?

Na een tijdje bereikte ik eindelijk het hoogste punt. De lucht werd donker, en het begon te spetteren. Toen begon de afdaling: de weg kronkelde zich door de prachtige bossen van het Zwarte Woud. De statige, donkere dennenbomen stonden dicht opeen, en de frisse geur van natte aarde en dennennaalden vulde de lucht. Met bijna 50 km/u schoot ik naar beneden, langs bochten en rechte stukken, terwijl de regen het asfalt glad maakte. Het was spannend, maar het gevoel van vrijheid en de schoonheid van de dichte bossen om me heen maakten het onvergetelijk. De kilometers vlogen werkelijk voorbij terwijl ik me een weg baande door dit indrukwekkende landschap.

Het begon harder te regenen, en ik besloot er een korte etappe van te maken. Ik vond het goed zo!

Ik kwam uiteindelijk in het merengebied terecht en reed naar mijn hotel in Markelfinger, genaamd Kapelle. Het hotel had een prachtig uitzicht over het meer, maar helaas was het triest weer: regen, regen en nog meer regen.

Similar Posts

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *