P17 Heerenveen – Akkrum.
Na drie natuurijsbanen en een kunstijsbaan in gewest Friesland werd het vandaag een tocht zonder officiële ijsbanen — of toch niet helemaal? Akkrum was het doel, en al snel vond ik een onverwachte schaatslink in het verhaal. Net voordat ik Heerenveen verliet, passeerde ik aan de rechterkant de Thialfweg, vlak bij het ziekenhuis. Hier lag ooit de Thialf-natuurijsbaan, dus ja: toch nog een beetje ijs vandaag!
Terwijl ik doorliep, dacht ik aan een verhaal dat mijn opa ooit vertelde. Hij fietste ooit vanuit Steenwijk naar Thialf om een bijzonder spektakel mee te maken: het allereerste vliegtuig dat hier zou landen, ergens tussen 31 juli en 4 augustus 1910. Wat ik nooit geweten had, was dat dat vliegtuig op de natuurijsbaan landde! En als kers op de taart kwam ik erachter dat de naam Thialf afstamt van de Germaanse mythologie: Thialfi was de dienaar van Donar, de god van donder en bliksem.
Na deze nostalgische overpeinzingen liet ik Heerenveen achter me, dook onder de A7 door, en daarna de A32. Het straatje heette toepasselijk “Omweg” — tja, wat kan ik daar nou over zeggen? Rechts stond het pittoreske kerkje van Terbant, een herkenningspunt voor iedereen die vanaf Thialf de snelweg op rijdt. Een paar kilometer verder sloeg ik linksaf bij het café in Terbant en maakte mijn weg naar het natuurgebied “De Deelen”. Aan het eind van de Schoolweg bracht een nieuw zelfbedieningspontje me over het water, en ik was in dit bijzondere gebied beland.
De Deelen is een afgegraven veengebied, nu een schitterend mozaïek van water, wuivend riet, moerasbosjes, en smalle graslanden. Die graslanden, ooit legakkers genoemd, waren plekken waar het uitgegraven veen te drogen werd gelegd. Ik volgde een lang dijkje en slingerde vervolgens over kronkelige paden en talloze meters aan loopplanken, die het gebied bijzonder avontuurlijk maakten. Aan het einde van het natuurgebied trok ik verder, dwars door de legakkers en weilanden, en zette koers naar Oldeboorn.
In Oldeboorn aangekomen, zag ik een brugwachter een van de drie draaibruggen bedienen. Dit bracht me terug naar mijn familiegeschiedenis: een van mijn voorvaderen, Coert Gerrits, woonde met zijn vrouw Trijntje Arriens bij deze brug en had het recht om tol te heffen. We praten hier over de tijd rond 1690, toen de Middelzee al volledig was dichtgeslibd, op een smalle waterloop genaamd de Zwette na (herinner je je die nog van eerdere tochten?). Hier mondt het riviertje de Boorne in uit, waar Oldeboorn zijn naam aan te danken heeft.
Met flink doorstappen kwam ik via Nes, waar ik rechts de iconische watertoren zag. Die toren heeft ooit als de grootste lampenkap dienstgedaan en is nu omgetoverd tot een overnachtingsplek. Vlak voordat een donderbui losbarstte, bereikte ik Akkrum. Het leek wel alsof Thialf me achtervolgde, met die dreigende lucht boven me. De volgende tocht belooft vooral te gaan over het bewandelen van de bodem van de voormalige Middelzee.
