P13 Enkhuizen – Workum.
Dag 1: Naar Friesland, Een boottocht en het Schaatsmuseum
Met een flinke afstand op de planning, en dat zeg ik met een knipoog, want zo’n 23 van de kilometers werden afgelegd met de boot, begon ik mijn avontuur al vroeg in het stationsgebouw van Enkhuizen. Vanaf daar wandelde ik richting de veerboot die me over het IJsselmeer naar Stavoren in Friesland zou brengen. Het voelde bijna als valsspelen, maar toch, elke kilometer telt, nietwaar? Terwijl de veerboot zijn weg over het water vond, brak gelukkig de zon door, en ik kon heerlijk genieten op het voordek van de frisse wind en het uitzicht op de vele zeilboten. Na een ontspannende tocht van zo’n 80 minuten, kwam Stavoren in zicht.
In de haven van Stavoren verwelkomde een grote wegwijzer me met verschillende wandelroutes van Wandelnet: het Elfstedenpad, het Groot Frieslandpad, en het Zuiderzeepad. Dit keer koos ik voor het Zuiderzeepad, een oude bekende. Het pad voert over de dijk richting Hindeloopen, en ik wist dat het uitzicht adembenemend zou zijn. Terwijl de tocht zonnig en aangenaam begon, veranderde het weer vlak voor Hindeloopen: donkere wolken trokken samen, en de eerste regendruppels begonnen te vallen. Gelukkig haalde ik net op tijd het schaatsmuseum, voordat de echte bui losbarstte.
Bij het schaatsmuseum kreeg ik geen kaartje, maar een Friese doorloper als toegangsbewijs—een prachtige verwijzing naar het schaatsthema. Het museum voelde vertrouwd, bijna alsof de tijd er had stilgestaan. Ik bekeek de oude smederijen waar schaatsen werden gemaakt en geslepen en zocht naar de beker van Dirk Zuidert in de vitrine van de Amsterdamsche IJsclub. Toen ik niets kon vinden, informeerde ik bij de balie. Daar werd me verteld dat de trofee waarschijnlijk op zolder lag, in het archief. Een zoektocht naar boven leek me net iets te veel, dus ik liet het erbij.
Ik dwaalde verder door het museum en verzamelde ideeën voor de ijsbaanpad-wandeling die ik aan het plannen ben. Ook probeerde ik informatie te vinden over een oude Korte baan-wedstrijd van Ans, maar tevergeefs. In de Elfstedentochtzaal kwam ik bij de vitrine van Willem Augustin, mijn eerste schaatstrainer. Zijn indrukwekkende oorkonde, voor het zes keer volbrengen van de Elfstedentocht, hing er nog altijd. Willem was een fantastische trainer, vol enthousiasme, en ik realiseerde me weer hoe bijzonder hij was. Het herinnerde me aan zijn herdenkingsbijeenkomst in 2004, waar ik als lid van het bestuur van HCA aanwezig was, omringd door legendarische schaatsers.
Bij de uitgang van het museum zag ik nog een foto van Jos de Koning, Han Houdijk, en Gerrit Jan van Ingen Schenau met een proefopstelling van de Jumping Jack, de voorloper van de klapschaats. Het was grappig om dat zo onverwacht weer tegen te komen, herinneringen aan mijn tijd op de VU kwamen meteen boven. Na een warme chocomel (met slagroom natuurlijk, want dat hoort bij schaatsen) in het museumcafé, vertrok ik weer de regen in. Door de smalle straatjes van Hindeloopen liep ik naar het treinstation, waar ik Herman van der Meulen zou ontmoeten voor een gezellig etentje in Stavoren. De avond werd afgesloten met sterke schaatsverhalen, een perfecte manier om de dag vol herinneringen en humor af te sluiten.
Dag 2: Over Bruggetjes en Langs Schapen.
Vandaag stond er een kortere route op het programma, en ik was niet alleen. Gerrie, een oude bekende en trainster van de Jaap Edenbaan, vergezelde me. We begonnen met een bezoek aan het schaatsmuseum in Hindeloopen. Na het uitwisselen van sterke verhalen gingen we daarna wat drinken in het restaurant. We wilden graag oranjekoek bestellen, maar helaas hadden ze die hier niet. Dat was een kleine teleurstelling, grrr! Het werd een Fries Dumpke.
Na het verkennen van de bekende straatjes en steegjes van Hindeloopen, staken we een bijzonder bruggetje over. Het ligt namelijk precies tussen de kleedkamers van de voetbalvereniging en het veld. Dit zal je niet snel ergens anders tegenkomen! Het bruggetje maakt ook deel uit van de route van de schaats Elfstedentocht én de fiets Elfstedentocht, wat het een echt icoon maakt. We volgden het fietspad, dat met een slinger verder richting de dijk van het IJsselmeer liep.
Op de dijk kwamen we schapen tegen, inclusief het aroma van verse mest. In de verte verscheen de vuurtoren van Workum. Een tijdje geleden kon je je nog inschrijven om hier te wonen, en het torentje ziet er nog steeds even charmant uit als altijd. Verderop stond de Nijlannermolen en de natuurijsbaan van Workum. Het is verbazingwekkend dat deze ijsclub al 164 jaar oud is en in 2011 zelfs een eigen wandeltocht organiseerde, de Suydersee-Kuiertocht.
Bij een brugje kwamen we langs een schilderachtig haventje met oude platbodems. Het stadje Workum zelf is prachtig, vooral het centrale plein met de stompe toren, de waag, de kerk, en de statige huizen. Na een heerlijke lunch in het stadje zat onze tocht erop. Het was een dag vol mooie gesprekken, herinneringen en bijzondere plekken. Een fijne wandeling door een stukje Friesland dat altijd de moeite waard blijft!
